Herfst vlucht III

Herfst vlucht III
Heb je deel I en deel II al gelezen?

“Zoals het er nu naar uitziet, kwamen je gasten in de storm terecht daar bij de kust. Toen ze probeerden terug te teleporteren, zagen ze niet dat de bliksemgeleider van het teleportatiestation was afgevallen.”

“Ik weet niet hoe vaak ik die losse geleider gerapporteerd heb bij de gemeenten Marin en North. Het enige wat ze gedaan hebben, is ruzie maken over wie voor het onderhoud moet betalen." 

"Het staat op hun gemeentegrens, mensen uit beide gemeenten gebruiken hem maar ze willen geen van beide de verantwoordelijkheid nemen.  Je zou toch denken dat ze het zich kunnen veroorloven om een robot te sturen om wat schroeven aan te draaien. Ik heb aangeboden om het zelf te doen maar toen gingen ze dreigen met een rechtszaak!”

“Hoe dan ook, voor zover ik kan zien hebben de rukwinden van vandaag die geleider losgetrokken waardoor het station onbeschermd was.”, achter zijn rug om keken drie van de Onafhankelijken weg toen hij dat zei. Eentje leek vastgenageld op zijn plek. De haren in Alicia’s nek gingen overeind staan toen ze hen zag. Ze vermoedde dat de sheriff zijn blik liet vertroebelen door zijn irritatie over de gemeenten.

“Het is het hoogste gebouw daar op die duin. Die hele omgeving is verder alleen maar duinen en de oceaan. Dus terwijl hun kameraad door het wormgat heen ging, werd het station door de bliksem geraakt. Het hele systeem sloot onmiddellijk af. Die arme kerel was er met een been doorheen toen het wormgat dichtging. Vandaar dat jouw werknemer eh… nou ja, delen van hem vond. Erg tragisch allemaal.”

De Onafhankelijken slaakten een collectieve zucht. Alicia kreeg er kippenvel van. “Ik heb begrepen dat deze mensen voor een aantal weken verblijf hebben betaald?”, de sheriff staarde naar haar. “Uh, ja, ja dat klopt. Ze hebben voor eh, voor twee weken geboekt.”, ze klonk niet als zichzelf.

“Nou mooi. Ze hebben asiel aangevraagd dus we moeten weten waar ze zijn. Ik zal de immigratiedienst op de hoogte brengen en dan laat ik u wel weten wanneer ze langs komen. Heeft u nog vragen?” Alicia knipperde met haar ogen. “Eh, niet, niet nu… Ik denk eh, ik weet het niet.” “Geen probleem. Ik zal morgen langskomen voor het geval dat. Ik moet gaan maar hulpofficier Hersisdóttir zal hier blijven om alles af te ronden.”

Alicia keek hem na totdat een schuifelend geluid haar deed omkijken. Een van de Onafhankelijken was naar voren gekomen. Alicia draaide zich om met een stijve rug en bood haar condoleance aan. “Ik neem aan dat jullie nu naar binnen willen. Ik zal jullie gids, mevrouw Arthur, op de hoogte brengen van de situatie.” De Onafhankelijken knikten en namen het pad naar hun blokhut. 

Hulpofficier Hersisdóttir gebaarde dat ze moest komen. “Ik stel voor dat u mevrouw Sidu een paar dagen vrij laat nemen. Ze is behoorlijk overstuur van haar eh ‘vondst’.” “Ja, ja natuurlijk, ik eh, ik zal zorgen dat iemand voor haar invalt. Uh, bent u dan klaar of heeft u nog iets van mij nodig?” “Nee, dit was het voor vandaag.” De hulpofficier vertrok. Alicia belde Meira om te vragen of ze Jinn kon ophalen. Tijdens de hoogseizoenen deelden zij immers een blokhut.

Op weg naar de blokhut van Nola, regelde Alicia dat Felicity Watson de diensten van Jinn voor de komende dagen zou overnemen. “Alicia! Je ziet er zo bleek uit, wat is er aan de hand?!” Alicia trilde terwijl ze ging zitten om haar verhaal te vertellen. 

Het was niet de eerste keer dat een van haar gasten een fataal ongeluk had. Mensen hebben de neiging veiligheidsregels aan hun laars te lappen. In een woudresort met heuvelachtig terrein heeft zulk gedrag zo zijn consequenties. Maar dit voelde anders. 

Nola bracht twee shot glaasjes en twee dampende mokken. “Ik schors het protocol voor drie minuten. Drink je Brandewijn en dan gaan we over op thee.” Alicia sprak haar niet tegen. De twee vrouwen sloegen de drank achterover en Nola spoelde de glazen om voordat ze hen in de vaatwasser stopte.

“Je gelooft niet dat het een ongeluk was hè?”, zei Nola. Alicia schudde haar hoofd. “Je hebt vast gelijk. Heb ik je al eens verteld dat De Onafhankelijken alleen ruimtestations bezoeken die een GAO ondertekenen?” 

“Wat is een GAO?”, vroeg Alicia. “Dat is een Geen Asiel Overeenkomst. Het komt erop neer dat je moet beloven dat als een van hen probeert te blijven, dat je ze zo snel mogelijk zult opsporen en terugbrengen naar hun schepen.”

“Kan dat?! Zoiets kan toch niet legaal zijn?”, zei Alicia met ronde ogen vol verbazing. Nola haalde haar schouders op. “Dat is het lastige met die ruimte reizende landen. Ze verzinnen allemaal hun eigen regels en ze zijn niet gebonden aan de normale ruimte afspraken." 

“Maar Corridor is toch wel aan die afspraken gebonden?”, zei Alicia. “Blijkbaar niet. Het is iets met een maas in de wet omdat vluchtelingen mensen zijn die hun planeet ontvluchten. Als je van een ruimteschip vlucht dan telt dat dus niet ofzo…”

“Suggereer je nou dat ik met vier mensen zit die iemand hebben vermoord omdat ze hier willen blijven?”, zei Alicia. Nola fronste. “Ik weet het niet maar als wat Dhriti me vertelde maar half waar was dan begrijp ik wel hoe het zover zou kunnen komen.” Alicia herinnerde zich het verhaal van de vorige avond. Het was verontrustend geweest maar het had ook ver weg en onwerkelijk geleken. Dat kon ze nu niet meer zeggen.

“Wat moet ik nou doen Nola? Ze hebben geboekt voor twee weken, ze hebben asiel aangevraagd en Talwar heeft het alleen maar over de gemeenten die de bliksemgeleider niet wilden repareren. Ik bedoel, ik snap dat ze niet terug wilden gaan maar moesten ze hem dan echt vermoorden? Wat moet ik hier mee?”

Nola dacht even na voordat ze antwoord gaf. “We weten niet wat er gebeurd is en als de sheriff geen bewijs heeft gevonden dan kunnen we niks doen. Je kan hem je vermoedens vertellen. Meer weet ik ook niet. Wat moet ik hun kapitein vertellen?” Nola vloekte. “Ik moet dit melden aan mijn overste en die zal hun kapitein op de hoogte brengen.”

Op dat ogenblik lichtte Nola’s ruimtecom op. Er klonk een dringend deuntje. Nola antwoordde en trok zich terug in haar slaapkamer. Na een tijdje kwam ze terug met een ontstelde blik. “Dat was de manager. De sheriff heeft hun kapitein al gesproken. Ze eisen uitzetting op grond van het feit dat het Onafhankelijken niet is toegestaan om zonder hun toezichthouders te reizen.”

De twee vrouwen maakten oogcontact. “Maar dat is gestoord.”, concludeerde Alicia. Nola schudde haar hoofd, “Ik weet dat je na vandaag griezelt van die mensen maar Alicia we kunnen ze echt niet terug sturen.” Alicia zuchtte. “Je hebt gelijk. Ik zal de sheriff vertellen wat me dwarszit maar dit is een rare toestand.”

Alicia had een slechte nacht. Toen ze de dageraad zag aanbreken, kwam ze uit bed en ging aan het werk. Ze keek de reserveringen na toen de eerste medewerkers arriveerden. Degenen die in het resort woonden, hadden het nieuws al gehoord. Toen Meira binnen kwam, vroeg Alicia haar hoe het met Jinn ging. “Volgens mij heeft ze niet echt geslapen. Ik hoorde haar twee keer gillen. Ik denk dat ze nachtmerries had over het vinden van die man.”

Alicia knikte, ze zou straks dokter Finnleygarson eens bellen. Felicity Watson moest bijgepraat worden en toen was het tijd voor het stafoverleg. Na het overleg regelde Alicia een doktersbezoek voor Jinn. Alles was gedaan, ze kon alleen nog maar wachten tot de sheriff zou komen.

Sheriff Talwar zag er bedachtzaam uit terwijl hij eraan kwam. Toen hij in de gaten kreeg dat Alicia naar hem zat te kijken, trok hij zijn gezicht in de plooi. “Goedemorgen mevrouw Mahoe, hoe is het met u?” Alicia nodigde hem uit in haar kantoor.

“Sheriff ik weet niet hoe ik dit moet zeggen dus ik vraag het maar gewoon, denkt u echt dat dit een ongeluk was?” De sheriff slaakte een diepe zucht terwijl hij zich neer liet zakken in een stoel. “Tja, dat is op zich een goede vraag. Weet u de afgelopen paar dagen ben ik iedere ochtend bij dat nieuwe graf dat ze hebben gevonden daar waar het Maluhia hotel haar nieuwe appartementen gaat bouwen.”

“Ja, daar heb ik iets over gehoord.”, zei Alicia. Ze vroeg zich af waar hij heen wilde met deze opmerking. “De kapitein van hun schip heeft officieel om uitlevering gevraagd. Denkt u dat wij ze moeten uitleveren?”, vroeg hij. Alicia dacht aan de massagraven en de knop die een hele groep mensen in elkaar had laten zakken. 

Toen schudde ze haar hoofd. “Nou ik heb mijn Lucy-bot beide plaatsen laten onderzoeken en ze kon geen bewijs van sabotage vinden. Als de forensische robot zegt dat het een ongeluk was, dan is het zo.”

“Ook al is het een beetje vreemd dat hij als enige door het wormgat ging toen het systeem afsloot. Ik zal ze wel in de gaten blijven houden. Dus als u iets vreemds opvalt, moet u me gewoon bellen. U heeft mijn ruimtecom nummer?” Alicia knikte. “Mooi. De immigratiedienst komt vanmiddag langs.” “Dank u sheriff.”, zei ze.

Alicia liep met hem mee naar de deur van de receptie blokhut. Een koude wind stak op terwijl ze hem nakeek. Toen de sheriff niet langer in zicht was, draaide ze zich om en ging naar binnen.  

Reacties

Populaire posts van deze blog

Herfst vlucht I

Er was eens... #2: het meisje dat op een maan woonde

Wat als...? #3