Stel je voor: spoorzoeken
Stel je voor: spoorzoeken |
Sara luisterde geconcentreerd naar haar prooi. Ze was naar de juiste plek gekomen. De eerste paar weken was het overweldigend geweest om de kudde te volgen. Maar na een tijdje begon ze het patroon te zien.
Ze had geraden waar ze heen zouden gaan. Het was moeilijk om stil te blijven staan. Ze had een dansje willen doen toen ze zag dat ze het goed geraden had. Maar ze wilde hen nu niet verjagen.
De kudde was nog niet compleet. Een paar laatkomers passeerden de plek waar Sara zich verstopte. Ze moest verborgen blijven. Ze had nog geen zicht op haar doelwit. Het maakte haar nerveus. Sara had geprobeerd de knoop in haar buik los te maken, dit hielp niet.
Eindelijk kwamen de laatsten voorbij. Ze liet het geluid wegsterven zonder zich te bewegen. Sara stak haar hoofd om de hoek om de kudde te bekijken. Ze zag waar haar doelwit zich bevond en verborg zich weer. Ze sloot haar ogen en dacht terug aan wat ze gezien had.
Welke route moest ze nemen om haar prooi te verrassen? Sara werkte het uit in haar gedachten. Ze wierp een blik om haar visualisatie te controleren. Ze gaf zichzelf een bemoedigende knik. Rustig kwam Sara uit haar schuilplek vandaan. Ze moest absoluut kalm blijven om de kudde niet te alarmeren.
Ze vermeed het om hen aan te kijken. In plaats daarvan richtte ze zich op de route die ze moest afleggen. Het duurde langer dan ze had verwacht. De kudde bewoog. Haar prooi verscheen recht voor haar gezicht. Ze had de pijl in haar hand. Hij vloog door de lucht voordat ze het doorhad.
“Auw! Verd… Laat maar zitten. Het is in orde, ik had het moeten zien aankomen.” Sara staarde naar hem. Vanuit haar ooghoeken zag ze de beveiligingsagenten dichterbij komen. De man met het pijltje in zijn alledaagse pak wuifde hen weg. “Het is al goed, ’t is in orde, ze heeft me eerlijk gevangen.” De beveiligers zagen het pijltje en knikten.
Ze begonnen identiteitskaarten te controleren van alle omstanders. Een paar jagers werden ontmaskerd en verwijderd. De man die ze gevangen had, keek haar aan. “Je hebt een minuut voordat de beveiligers je weer komen halen. Zeg wat je te zeggen hebt.”
En dat deed ze. Sara hield haar pitch zonder te haperen. Ze vroeg hem net om contact op te nemen via de gegevens op het kaartje aan de pijl toen iemand haar ellenboog aanraakte. De man met het alledaagse pak plukte het pijltje van zijn borst en riep haar na: “Volgende maandag om half tien. Neem je cv mee.”
De beveiligingsagent liep met haar naar de deur. “Dat heb je goed geregeld. Volgende keer zal ik je in de gaten houden.”, zei hij. Hij klonk als een man die gewoon zijn werk deed. Sara had het gevoel dat ze iets terug moest zeggen. “Dat is aardig van je. Ik probeer al weken iemand te vangen. Ik begon al te denken dat ik de banenjacht nooit onder de knie zou krijgen.”
En toen stond ze buiten op de stoep. Sara keek om zich heen naar de cafés en flexwerkplekken. Het was er vol met zakenmannen en HR-vrouwen die een drankje deden aan het einde van hun dag. Netwerken zoals dat heette. Onder hen zouden zich een aantal jagers bevinden, op zoek naar de juiste persoon. Maar deze middag was Sara vrij om naar huis te gaan.
De kudde was nog niet compleet. Een paar laatkomers passeerden de plek waar Sara zich verstopte. Ze moest verborgen blijven. Ze had nog geen zicht op haar doelwit. Het maakte haar nerveus. Sara had geprobeerd de knoop in haar buik los te maken, dit hielp niet.
Eindelijk kwamen de laatsten voorbij. Ze liet het geluid wegsterven zonder zich te bewegen. Sara stak haar hoofd om de hoek om de kudde te bekijken. Ze zag waar haar doelwit zich bevond en verborg zich weer. Ze sloot haar ogen en dacht terug aan wat ze gezien had.
Welke route moest ze nemen om haar prooi te verrassen? Sara werkte het uit in haar gedachten. Ze wierp een blik om haar visualisatie te controleren. Ze gaf zichzelf een bemoedigende knik. Rustig kwam Sara uit haar schuilplek vandaan. Ze moest absoluut kalm blijven om de kudde niet te alarmeren.
Ze vermeed het om hen aan te kijken. In plaats daarvan richtte ze zich op de route die ze moest afleggen. Het duurde langer dan ze had verwacht. De kudde bewoog. Haar prooi verscheen recht voor haar gezicht. Ze had de pijl in haar hand. Hij vloog door de lucht voordat ze het doorhad.
“Auw! Verd… Laat maar zitten. Het is in orde, ik had het moeten zien aankomen.” Sara staarde naar hem. Vanuit haar ooghoeken zag ze de beveiligingsagenten dichterbij komen. De man met het pijltje in zijn alledaagse pak wuifde hen weg. “Het is al goed, ’t is in orde, ze heeft me eerlijk gevangen.” De beveiligers zagen het pijltje en knikten.
Ze begonnen identiteitskaarten te controleren van alle omstanders. Een paar jagers werden ontmaskerd en verwijderd. De man die ze gevangen had, keek haar aan. “Je hebt een minuut voordat de beveiligers je weer komen halen. Zeg wat je te zeggen hebt.”
En dat deed ze. Sara hield haar pitch zonder te haperen. Ze vroeg hem net om contact op te nemen via de gegevens op het kaartje aan de pijl toen iemand haar ellenboog aanraakte. De man met het alledaagse pak plukte het pijltje van zijn borst en riep haar na: “Volgende maandag om half tien. Neem je cv mee.”
De beveiligingsagent liep met haar naar de deur. “Dat heb je goed geregeld. Volgende keer zal ik je in de gaten houden.”, zei hij. Hij klonk als een man die gewoon zijn werk deed. Sara had het gevoel dat ze iets terug moest zeggen. “Dat is aardig van je. Ik probeer al weken iemand te vangen. Ik begon al te denken dat ik de banenjacht nooit onder de knie zou krijgen.”
En toen stond ze buiten op de stoep. Sara keek om zich heen naar de cafés en flexwerkplekken. Het was er vol met zakenmannen en HR-vrouwen die een drankje deden aan het einde van hun dag. Netwerken zoals dat heette. Onder hen zouden zich een aantal jagers bevinden, op zoek naar de juiste persoon. Maar deze middag was Sara vrij om naar huis te gaan.
Reacties
Een reactie posten